Spring naar content

De aanpak van straatintimidatie – normverandering bij jongens

22 augustus 2025

Twee op de drie jonge vrouwen worden op straat lastiggevallen. Om daders te vervolgen, is vaak een ‘heterdaad’ nodig. Professionals in Den Haag proberen met trainingen gedragsverandering te bewerkstelligen. In een artikel in De Groene Amsterdammer wordt uitgelegd waarom deze preventie zo belangrijk is, en op de lange termijn het meest effectief.

In 2018, in de MeToo-periode, ontstaat er landelijk aandacht voor preventie als middel. Vooral als het gaat om de aanpak van straatintimidatie. Langzaam daalt het besef in dat het nafluiten of betasten van vrouwen op straat niet stopt bij een waarschuwing of boete, maar dat het symbool staat voor iets groters: mannencultuur. En het gebrek aan een constructieve mannencultuur. Dáár is werk te doen en dus sturen gemeenten aan op normverandering bij jongens.

Verbod op straatintimidatie

Dat is opvallend, want er is een jaar geleden juist een juridisch repressiemodel opgetuigd: de nieuwe Wet seksuele misdrijven. Onderdeel van deze wet is een landelijk verbod op straatintimidatie, dat seksueel bedreigende opmerkingen op straat strafbaar maakt. Het verbod op straatintimidatie heeft in feite vooral een normstellende functie. Het geeft een signaal af: dit gedrag wordt niet langer getolereerd. In dat licht is de wet ook onderdeel van de landelijke preventieve aanpak. Die is gebaseerd op de piramide van geweld, en volgt de logica dat ingrijpen aan de onderkant – het bestrijden van alledaagse aannames over mannelijkheid, zoals ‘echte mannen zijn sterk’ – bijdraagt aan het voorkomen van de bovenkant: femicide. De vraag is hoe die keuze voor preventie er in de praktijk uitziet. Hoe vertalen jeugdprofessionals het ‘bestrijden van de onderkant’ naar hun werk? En komt die kennis ook aan bij jongens?

Lees hieronder het hele artikel van De Groene Amsterdammer:

Deel via: